Edelchemie, een groeiend zorgenkind

Vrijdag 11 september spraken Provinciale Staten over de ontwikkelingen in het milieu dossier ‘Edelchemie’. Het afval verwerkende bedrijf in de gemeente Maasgouw, heeft een grote milieulast op haar terrein en in de bodem achtergelaten. Daaraan verbonden kunnen gemeente, provincie en nog andere instanties al terug kijken op een lange handhavinggeschiedenis. Aan die geschiedenis schrijft men nog verder; de handhavingsancties, het kostenverhaal en rechtsgeding zullen nog noodgedwongen vele bladzijden toevoegen.

De VVD fractie meent dat er niet aan te ontkomen valt om verdere procedures te voeren. De nieuw aangetreden gedeputeerde Prevoo (SP) leek daar anders over te denken. Hij wilde hier van af zien onder het mom “van een kale kip kun je toch niet plukken”. De VVD vindt dit iets te snel gaan. Wij zijn aan de belastingbetaler en aan alle goedwillende ondernemers moreel verplicht ons tot het uiterste in te spannen een zo groot mogelijk deel van de kosten te verhalen op de veroorzaker van de milieuschade en de handhavingkosten. Gelukkig dacht een aanzienlijk deel van de Statencommissie daar ook zo over.

Deze aanpak van handhaving en kostenverhaal zit de aanpak van het milieu ook niet in de weg. Gelukkig is er al heel veel gedaan. Veel van de gevaarlijke stoffen zijn geruimd en de verdere ontmanteling van bedrijf en installaties is voorbereid en in gang gezet. Daarmee is bovengronds de zaak voor het eerste veilig gesteld. Rest de bodemvervuiling. Die blijkt volgens de laatste inzichten snel grotere en vooral geváárlijke proporties aan te nemen. De milieu – en gezondheid belastende stoffen bewegen zich in de bodem veel sneller in de richting van de drinkwaterbronnen van WML. In het ergste geval bedreigt dit de kwaliteit en winning van een kwart van de Limburgse drinkwatervoorziening, zo is de actuele analyse. Daarmee overstijgt de problematiek van vervuiling dat van het lokale en komt naar de mening van de VVD, het Rijk als ultieme borger van de volksgezondheid in beeld. Vandaar dat VVD-Statenlid Anton Kirkels de vergelijking trekt met Nederlands eerste grote milieuschandaal: de bodemvervuiling onder de huizen in de Lekkerkerk-polder. Ook de door de gedeputeerde genoemde kostenraming van een bodemsanering, mogelijk oplopende tot ver voorbij de € 100 miljoen, benadert de indertijd opgebrachte saneringskosten van de Lekkerkerk-polder.

De vergelijking met het Lekkerkerk-dossier had voor de VVD fractie in Provinciale Staten tot doel, provincie en gemeente aan te moedigen, zich van de steun van het Rijk te voorzien. Niet alleen voor een toekomstige financiële participatie; nee, ook voor de expertise en het instrumentarium op Rijksniveau dat mogelijk voor een oplossing van de Edelchemie vervuiling, noodzakelijk is. Deze oproep vond brede steun binnen de Staten en zo kreeg de gedeputeerde de opdracht op een hoger en intensief niveau te gaan werken aan een voorstel voor een verdere fase in het Edelchemie-dossier; in het belang, de Limburgse drinkwatervoorziening ook in de verre toekomst zeker te stellen. Gelukkig heeft de voorgaande fase in de afgelopen jaren een goede basis gelegd voor een definitieve oplossing. En daarmee bleken voorbarige uitingen, als had het provinciaal bestuur de ‘Edelchemie’ problematiek bewust overdreven, geheel uit de lucht gegrepen.

 

Scroll naar boven